Wet inkomstenbelasting 2001 art. 8.17 ( tekst 2015)
8.17 Ouderenkorting
Ouderenkorting 1 De ouderenkorting geldt voor de belastingplichtige die bij het einde van het kalenderjaar, of indien de belastingplicht in de loop van het jaar is geëindigd, bij het einde van de belastingplicht, de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet , heeft bereikt. 2 De ouderenkorting bedraagt € 1.042 indien de belastingplichtige een verzamelinkomen heeft van niet meer dan € 35.770. Indien de belastingplichtige een verzamelinkomen heeft van meer dan € 35.770 bedraagt de ouderenkorting € 152.